‘IK HEB HET GEHAD MET ONZEKER ZIJN.’
Een interview met Mira over haar vijfde plaat HEILIG HART, door Julian De Backer.
Singer/songwriter Mira Bertels, kortweg Mira, is ondertussen meer dan vijftien jaar professioneel bezig. Na een sterk debuut en een knappe tweede volgde de bevestiging met het rockende ‘Mira’ en het introspectieve ‘Plaats’. Voor haar vijfde collectie songs vroeg ze producer Nicolas Rombouts mee aan boord. De twee waren geen vreemden voor elkaar. Rombouts speelde destijds al contrabas op de radioversie van ‘In de fleur’, en Mira zong mee op een plaat van Guido Belcanto die hij producete. Ze voelden zich al langer muzikaal verbonden en broedden al een tijd op een samenwerking. De trip was intens; ’heilig hart’ is een onmiskenbaar groepswerk geworden. Een muzikaal patchwork met bijdragen van onschatbaar belang van onder andere ook contrabassiste/arrangeur Anneleen Boehme en celliste Juno Kerstens, de twee muzikantes waar Mira al meer dan vier jaar live mee samen speelt.
Een gesprek over inspiratie, Mariabeelden en verbouwingen, vanuit de tuin van Mira zelf, op veilige afstand van anderhalve meter.
Julian: ‘Je vertelde me dat je aan je management laat weten dat je broedt op een nieuw album, van zodra je voldoende ideeën hebt. Op welk moment wist je dat deze keer dat er een nieuw album zat aan te komen?’
Mira: ‘Deze keer heb ik het een beetje afgedwongen bij mezelf (lacht). Als ik niet tevreden was geweest over de liedjes, dan had ik het idee even gemakkelijk geschrapt. Het is een groter project geworden dan gepland. Ik had begin 2019 twee projecten op stapel staan: een EP extended play met Nicolas, Juno en Anneleen, en een muzikaal concept rond afscheid als eerbetoon aan mijn doodgeboren dochtertje. Dat project stond al helemaal op de rails op het moment dat mijn tweede zoontje geboren werd. Mijn vriend en ik konden toen niet slapen doordat de baby een jaar lang niet doorsliep. Tijdens een familieweekend ben ik gecrasht. Ik voelde dat ik een grens had overschreden, dat ik te veel aan het doen was in combinatie met twee kleine kinderen. Op dat moment heb ik de ep on hold gezet. Ik ben wel in première gegaan met het eerbetoon aan mijn dochter. Het voelde beter om één project goed te doen, dan twee half-half. Toen de tijd rijp was om toch opnieuw te beginnen opnemen, ben ik als een bezetene beginnen schrijven. Ik moest en zou zes goede nummers hebben, en uiteindelijk heb ik meer geschreven dan verwacht. Het is dus een onverwacht full album geworden, met tien songs die we allemaal waardig vonden om op te nemen. Het is de eerste keer dat ik studio en muzikanten had vastgelegd voor de songs af waren.
Blijkbaar valt het in de cultuurwereld en -sector op dat vrouwelijke artiesten vaak stoppen wanneer ze kinderen krijgen, vaker dan hun mannelijke collega’s. Respect uiteraard voor ieders individuele en weldoordachte keuze, maar ikzelf wilde mijn carrière niet lossen. Ik voelde dat ik spijt zou krijgen als ik niets meer zou schrijven. Het is verleidelijk om volledig in de opvoeding van je kinderen te duiken. Er zit een enorme perfectionist in mij. Ik kan me voorstellen dat ik zou overcompenseren. Dat zou ook voor de kinderen nefast zijn. De combi van gezin en muziek maken is zwaar en het voelt vaak alsof er tijd te kort is. Maar ‘Om iets moois te maken heb je een goed plan nodig, en net te weinig tijd’ zei componist Leonard Bernstein ooit. Er moesten bij het maken van ‘heilig hart’ soms snelle keuzes gemaakt worden, maar Nicolas gaf altijd heldere commentaar en hielp bij het doorhakken van knopen. We hebben met vertrouwen en op intuïtie gewerkt. Ik ben er deze keer gevoelsmatiger voor gegaan.’
Julian: ‘De studiotijd was geboekt, dus je kon niet zomaar met losse flarden naar de studio. De nummers moesten er staan. Dat moet toch ook voor stress hebben gezorgd?’
Mira: ‘Ja, maar ik was ook heel benieuwd naar die spanning. Ik heb het gehad met onzeker zijn. Ik wil zo weinig mogelijk de ongevraagde mening van andere mensen laten binnenkomen. Van sommige mensen wil je natuurlijk kritiek: ik mag hopen dat mijn producer kritisch blijft. Maar ik wil gerichter luisteren naar echo’s van buitenaf. Het zelfverzekerde gevoel dat ik niet veel te verliezen had, was een prettige sensatie. Stress, én tegelijk ook het gevoel dat ik het kon. Ik wilde graag vertrouwen dat het materiaal van een voldoende hoog niveau was.’
Julian: ‘Dit wordt jouw eerste plaat die ook op vinyl verschijnt, dus je moest ook nadenken over hoe de songs op de twee plaatkanten konden verspreid worden. Sommige artiesten moeten echt spelen met de elpee-volgorde, omdat een bepaald lang nummer ineens niet meer op kant A of B past. Of zelfs naar kant C of D wordt verbannen, bij een dubbelelpee. Bij jouw vinyl heb je mooi in het midden een rustpauze na vijf nummers. Dan draai je de plaat om en heb je de volgende vijf nummers.’
Mira: ‘Je merkt dat veel mensen vinyl als fysieke drager leuk vinden. Ik vind het zelf ook een heel fijn ritueel; ‘een plaat opleggen’. Naar verluidt is er meer kans op oversturing hoe dichter je bij de kern van de plaat zit. Daar heb ik rekening mee moeten houden. Het laatste nummer op de beide zijden mag niet te luid zijn.’
Julian: ‘Sommige artiesten kiezen een titel die niets met het album te maken heeft, in jouw geval is het ook de naam van het vierde nummer op de plaat. Hoe heb je gekozen voor ‘heilig hart’?’
Mira: ‘Er was een embryonale blauwdruk van het nummer ‘heilig hart’ voordat het ‘heilig hart’ heette. De song ging over zoeken naar mildheid in jezelf, voor jezelf en voor anderen. En plots viel het me op; op zoveel plaatsen in Vlaanderen staat ‘heilig hart’. Ziekenhuizen, scholen, richtingaanwijzers naar die plekken … Het is een heel poëtische benaming, zonder dat we bezig zijn met de betekenis. Ik vond het wel fijn om ‘heilig hart’ als uitdrukking even te ‘kapen’. Zo werd het alvast een song op mijn plaat.
‘Heilig hart’ staat voor mij persoonlijk enerzijds voor mildheid, empathie. Hartelijkheid. Anderzijds staat het ook voor blijven gaan voor wat je écht wil. Zonder je door geld of status te laten drijven. Of je door onzekerheid uit het veld te laten slaan. Zoals het lijflied van Jean-Marie Aerts, waarmee ik mijn tweede album maakte, ‘Banging the Door’ van Public Image Ltd. Je hoofd gebruiken, zeker, maar met één doel voor ogen; onverstoorbaar de weg volgen waar je hart naar uit gaat. Ik vond ‘heilig hart’ bijgevolg een treffende, hoopgevende titel voor de plaat.
Wat het hoesbeeld erbij betreft; het klinkt misschien onnozel, maar ik wilde echt heel graag eens de Heilige Maagd Maria zijn (lacht). Ik heb een haat-liefdeverhouding met de figuur van Maria. Een fragment uit de film ‘Marriage Story’ van Noah Baumbach slaat daarin in mijn ogen de nagel op de kop. Nicole Barber (Scarlett Johansson) neemt een advocaat onder de arm, om afspraken te maken over het hoederecht. Laura Dern, die haar advocaat speelt, wil van Nicole weten wat ze fout heeft gedaan en wat er tegen haar kan gebruikt worden. ‘We gaan alles ontkennen, want als moeder moet jij smetteloos zijn’ zegt Dern. Het komt erop neer dat wij als maatschappij nog altijd geïndoctrineerd zijn. Als moeder moet je concurreren met het Christelijke ideaalbeeld van Maria. Het zit in ons DNA. Je wordt moeder en het lijkt alsof er een keuze wordt gepresenteerd. Je wilt als moeder alles combineren, maar ineens komt de realiteit en het schuldgevoel. Een carrière klinkt opeens vies, zou egoïstisch zijn. Mijn vriend en ik; wij verdelen de taken thuis zo goed mogelijk onder ons twee, en toch zit dat schuldgevoel ergens: ‘Ik kan nu toch niet iets anders zijn dan moeder? Ik ben toch ‘de mama’? Ik ben toch de belangrijkste figuur?’
Ik ken een koppel muzikanten. Als hij gaat optreden, vraagt níemand naar hun kinderen. Als zij gaat spelen, vragen de mensen: ‘Ah, zeg, waar zijn uw kindjes dan nu?’ De laatste jaren zijn er schellen van mijn ogen gevallen. Het rollenpatroon zit echt nog diepgeworteld. En is ook voor mijzelf een innerlijke evenwichtsoefening.
Maria op café, zo heb ik me de laatste jaren vaak gevoeld. Terwijl je helemaal niet hoeft te kiezen tussen het moederschap of iets anders. Je kan veel combineren, als je maar niet ‘De Perfectie’ nastreeft. Niemand is de perfecte moeder, en de perfecte vader bestaat ook niet. Op de plaat zijn voor mij veel songs aan die zoektocht naar mildheid gelinkt. Ik vond dat de twee ideeën mooi samenvielen, de titel van de plaat en de gedaante van Maria in een bruine kroeg, dat ze samen de lading wel dekten. Ik ben moeder, en ook professioneel zangeres, met een vijfde album onder de arm; voor mij is deze plaat een overwinning, ook dankzij een netwerk van hulp.’
Julian: ‘Zoals de Engelse uitdrukking zegt: ‘It takes a village to raise a child.’’
Mira: ‘Een hele mooie en belangrijke uitspraak. Als je een paar maanden geen village meer hebt, zoals in de lockdowns in 2020, merk je dat eens te meer. Mijn song ‘Niet op punten’ ontstond uit het gevoel gelukkig te zijn met twee zoontjes, maar je ook afvragen: “Hoe doen anderen dit in godsnaam eigenlijk?” Ik voelde me een beetje in het ootje genomen. Het ging niet, het was gewoon té druk, té veel. En iedereen zit precies op zijn eilandje, ook al voordat er sprake was van corona had ik dat gevoel heel hard. Je hebt elkaar nodig, én de overtuiging dat het niet allemaal rond status en perfectie draait.’
Julian: ‘Heb je ooit zo hoog gezongen als op 'Mensen in de maak'? Falsetto Mira?’
Mira: ‘Tijdens de preproductie heb ik besloten dat ik echt eens resoluut met mijn kopstem wilde zingen op deze plaat. Het was een zoektocht voor mij als zangeres. ‘Mensen in de maak’ is ook echt het laatste nummer dat ik voor deze plaat heb geschreven. Ik had een eerbetoon aan mijn overleden dochter gemaakt; een concerttournee, enkele songs op het vorige album en het nummer ‘Verre van weg’ op deze plaat, en ik dacht: ‘Verdorie, ik wil ook heel graag een ode aan mijn levende kinderen schrijven’. ‘Mensen in de maak’ is geschreven omdat het hebben van twee levende kinderen een enorm genot is. Ik zat er al een hele tijd op te kauwen, en opeens kreeg ik de eerste zinnen onder de douche. Het nummer was snel af, en Nicolas zei meteen: ‘Dit moet nog op de plaat’. Een werk van langere adem dat op het nippertje nog in de plooi is gevallen.’
Julian: ‘Hebben je kinderen het nummer al gehoord?’
Mira: ‘Ja. Mijn oudste zoon wil dat ik eens een plaat met kinderliedjes maak, want deze liedjes vindt hij maar raar. (lacht) Hij is vijf en vindt dat ik te veel werk. Met periodes is dat ook zo, rond de release van een plaat is de balans werk-gezin even helemaal zoek. Dit weekend had mijn zoon zelf een plaat gemaakt, een uitgeknipte ronde van karton. ‘Kijk, mama, mijn plaat is af!’ Ik zeg hem vaak dat ik binnenkort wat minder ga werken. ‘Ja, mama, als uw plaat af is (zucht)‘ Tja, het is moeilijk, de balans muziek en gezin.’
Julian: ‘Songs voelen soms als cadeautjes die komen aanvliegen, zei je eens. Heb je voor deze plaat veel cadeautjes gehad?’
Mira: ‘Het is deze keer echt een werkproces geweest. Geen cadeautjes deze keer. Enkel ‘Apocalypso’ is vrijwel vanzelf gekomen, en dat had heel erg te maken met de plaats waar ik zat. Omdat ons huis werd verbouwd ben ik gaan schrijven in de Sint-Lutgardisschool van Mortsel. De school is in april 1943 door de Engelsen gebombardeerd. Het was friendly fire, en daarom ook toegedekt. Duizend doden, waaronder tweehonderdvijftig kinderen. Als inwoner van Mortsel voel ik me verbonden met die tragedie. In die school zitten werken nam mij een beetje over. Ik wilde er iets over schrijven. Je denkt nogal snel dat zoiets niet meer kan vandaag, maar de mensen uit 1943 hadden dat ook nooit zien aankomen. Een maand nadat ik het nummer had geschreven, bonsde corona op de deur. Luisteraars zouden kunnen denken dat het daarover gaat, maar niets is minder waar. ‘Apocalypso’ gaat over klimaatontkenners en starre volhouders, over een vals gevoel van veiligheid en hoe ver een mens daarin kan gaan. Ik maakte de link met een kermistoestel, want mensen gaan naar de kermis of een pretpark omdat ze sensatie en angst willen voelen. Ik zag opeens ‘den Apocalypso’ voor mij, het beeld van mensen die opstapten en gilden, angst ervaren, puur voor de kick. De dramatiek van dat bombardement heb ik vooral muzikaal verwerkt, en ook in de laatste strofe met ‘een dorp in de zon’. Kae Tempest zegt ook: ‘None of this was written in stone’. Daar staat ‘Apocalypso’ voor mij voor.’
Weet je wat ook zo mooi is? Getuigenissen van kinderen die het bombardement hebben overleefd en die volwassen zijn mogen worden. Die zeggen dat ze ‘heel veel gebeden hebben’ op dat moment. Die juffen zijn meteen ‘Wees gegroet, Maria’ beginnen zeggen. Dan komt het haat-liefdegegeven met een christelijk figuur als Maria weer boven. Want op die fractie van een seconde, als leerkracht of kind, een houvast vinden in een ritueel? Dat vind ik schoon. Ik krijg kippenvel van dat idee. Hoe schraal de troost ook is.’
Julian: ''Zeker in de winter', een samenwerking met Vera Coomans, klinkt prachtig. Haar stem is zalvend als honing. Wie had gedacht dat jullie stemmen zo complementair waren. Hoe kwam jij bij haar terecht?’
Mira: ‘Het debuut van de groep Madou is één van mijn favoriete platen. Dat album is met mij meegegroeid. In de loop der jaren vonden verschillende mensen dat mijn zang op die van Vera Coomans leek, dus onbewust had haar zangstijl me meer beïnvloed dan ik dacht. Haar timbre is heel anders, maar het zit hem vooral in de frasering.
Ik wilde heel graag een duet schrijven met een moeder- en een dochterstem. Ik dacht onmiddellijk aan Vera Coomans. Ik vond het tof om een oudere zangeres te laten horen. In de muziekindustrie zijn helaas weinig vrouwen op leeftijd actief. Vera Coomans is altijd bezig gebleven, zonder de aandacht te krijgen die Madou te beurt viel. Ze is een onderschatte zangeres: haar werk is uniek, met niets te vergelijken. Ik hoop dat mensen Madou gaan herontdekken.’
Julian: ‘Stond mevrouw Coomans meteen open voor een samenwerking?’
Mira: ‘Ze wilde het lied eerst horen, ze wilde weten of ze het zich eigen kon maken. Maar ze heeft niet getwijfeld. Toevallig heeft ze zelf net een nieuwe plaat af, de terugkeer van Madou ! Iets dat ik op dat moment ook niet wist. Nu lijkt het bijna een marketingzet om haar te vragen, maar het is echt puur toeval.’
Julian: ‘Het is een prachtige song geworden.’
Mira: ‘Merci. Ik vond het wel spannend en zij ook. Met de jaren word je meer zelfzeker, maar je stem verandert ook. Vera Coomans zei me: ‘Wees maar blij met uw helder stemmeke’. Een stem moet leven, dat is belangrijk. Maar Vera klinkt nog steeds onmiskenbaar als Vera.
Julian: ‘In het Engels heb je de armor-piercing question, die ene vraag die het personage in een film/boek helemaal van de kaart brengt alsof zijn pantser letterlijk doorboord wordt. Op dit album is dat zeker: 'En als de muren terug recht staan kunnen w’elkaar dan nog uitstaan?' in het nummer ‘Casco’. Dat komt echt wel binnen.’
Mira: ‘Ik was heel bang om te beginnen verbouwen, want je hoort de verhalen van andere mensen. Dat het een enorme relatie-test is. ‘Casco’ gaat over vervreemden van elkaar terwijl je - o ironie - een gezamenlijke droom uitwerkt. ’En als de muren terug recht staan kunnen w’elkaar dan nog uitstaan’; gaan we elkaar nog graag zien als ons huis af is? We streven heel hard naar status, mooie kledij, een mooie auto. Veel volgers op Instagram. Maar gaan we elkaar in the end nog kennen? Zoals wanneer de bom valt, in het nummer van Doe Maar? Streven, nadenken, rekenen, daar gaat dat nummer voor mij over. Uit alles het beste proberen te halen en vergeten in contact te staan met elkaar.’
Als je tijdens een huizenjacht net-afgewerkte huizen ziet, dan wéét je dat er iets gebroken is bij die koppels. Was dat de schuld van de verbouwing? We streven heel veel na en tegelijk verliezen we daar soms heel kostbare zaken mee. Met de kinderen ook. Je bent veel met de verbouwing bezig, maar je kinderen gaan nooit nog twee en vijf jaar zijn. Het is mijn voornemen om er me altijd bewust van te zijn.’
Julian: ‘De nummers op deze plaat zoeken minder de lach op. Is dat bewust?’
Mira: ‘Nee. Niet bewust. Het was niet de vrolijkste periode uit mijn leven, dus het is ergens wel logisch dat het nu wat minder ‘tongue in cheek’ is. Maar ik vond dat totaal geen probleem. Sommige journalisten zeggen dan: ‘Het is wel wat zwaar, wat je doet’. Vrouwelijke collega’s krijgen dat vaker te horen: ‘Doe eens iets luchtigers’. Gaat iemand dat ooit tegen Nick Cave zeggen? Ik sta bijvoorbeeld met een heel serieuze blik op de hoes van ‘Stukken van mensen’, mijn tweede album. Hoeveel mensen zijn me toen komen zeggen: ‘Lacht eens wat meer, meiske!’ Ik ben nog altijd heel blij met die foto. Een vent wordt au sérieux genomen wanneer hij het over the serious cases of life heeft. Ik besef dat ‘heilig hart’ niet echt luchtig is, maar het is de enige plaat die ik nu kon maken. Schrijven over de donkerte van het leven, kan verbondenheid creëren. Bij de bindteksten tijdens de live-concerten zal de humor er wel onvermijdelijk insluipen. Daar moet ik zelfs niet over nadenken.
Ik heb zelf heel veel plezier, moed en troost geput uit het maken van ‘heilig hart’. Voor mij zit de zachtheid en de troost van de plaat in het herkenbare voor mensen. Ik hoop dat de mensen ‘heilig hart’ een beetje als een zalving voor de tijd ervaren. De sfeer, het afgeronde geheel, het verhaal dat ik wilde vertellen.’